Ruud, pirate in the Caribbean

21 maart 2010

Van 16 maart tot 21 maart 2010

Op 16-03-2010 Dag 41 zagen we voor het bereiken van de Caribische zee een klein sloepje met een strak voor zich uitkijkende man achter de grote motor, die boven de rand van zijn bootje uitstak met grote vaart dansend over de grote golven van de oceaan in tegengestelde richting opvaren. De man achter het roer keurde ons geen blik waardig en had duidelijk een vaste bestemming. In de richting waar hij heen voer was geen eiland en Afrika lag zo'n paar duizend mijl verderop. Zijn netten leeghalen op de grote oceaan leek ook onwaarschijnlijk, zodat het wel om een koerier moest gaan, die zijn contrabande ver van de gecontroleerde vaarroutes moest afleveren. Ook werd een klein vliegtuigje gezien richting Afrika, zodat het voor een leek duidelijk moest zijn, dat het geen trans-Atlantische vlucht was. Dus hoogstwaarschijnlijk zat de piloot of diens opdrachtgever in dezelfde business en moest hij zijn lading in de buurt van een groot schip droppen. Kortom, er is nog veel werk te doen voor de drugsbestrijders.

Het eerste eiland Antigua passeerden we 's nachts. De vele lichtjes gaven een indruk van de grootte van het eiland weer. Degenen die nachtwacht hadden hoorde ik druk telefoneren, omdat ik op het dek sliep onder mijn dekbed. Want door de continue wind kreeg je het wel koud. Inderdaad heeft de techniek op deze eilanden ook niet stil gestaan. Overdag zagen de eilanden er uit de verte ook hier uit als wolken. Ze waren op die afstand dan ook moeilijk te fotograferen. De zee tussen de eilanden leek op die van het IJsselmeer op een windloze dag.

Redonda was het eerste eiland dat ik goed kon fotograferen. Het bestond uit een grote grijze berg met duidelijk afgebrokkelde recht omhoog staande rotsen. Geen greintje groen te zien om maar van iets van bevolking te zwijgen. Montserrat zagen we links van ons en van de verte zagen we een schim van het eiland Nevis. Er was een tijdlang mobiel telefoonverkeer mogelijk, waar druk gebruik van werd gemaakt. Hier waren er enkele bootjes en een groot cruiseschip zichtbaar, dat in de avond op een kerstboom aan de horizon leek.

Het is in dit gebied drukker dan midden op de oceaan. Tegen de middag zagen we met onze verrekijker aan de horizon een zeilbootje zonder zeilen in onze richting varen. Je kon dat goed zien omdat de koerscorrecties steeds naar ons gericht waren. Toen hij gevaarlijk dichtbij was, stak ik als groet mijn hand op om zijn goede bedoelingen te testen en tot mijn relatieve opluchting werd mijn groet beantwoord. Nog steeds niet helemaal gerustgesteld - het kon immers een intelligente piraat zijn, die mij op een dwaalspoor wilde brengen - wachtte ik af. Tot mijn grote opluchting draaide de schipper toen hij bijna op roepafstand was, van ons af richting Antigua.

Nog diezelfde middag was er plotseling een geschreeuw op het achterdek. Met 33 graden wil je wel eens niet zo alert reageren, maar in mijn ooghoek zag ik plotseling een op een kitesurfer gelijkend object, dat een rare buiteling maakte. Dat kwam omdat ik iets wits zag met een zwarte surfplank, die echter wel groot van afmeting was. Daarvoor was de zee echter "leeg" geweest. Omdat dit fenomeen zich meerdere keren herhaalde, kon duidelijk een zeer grote vis worden waargenomen. Het moest volgens ingewijden een bultrug walvisje zijn geweest met de grootte van een flinke sloep met twee grote vinnen aan de zijkant, die wit van onderen waren. Deze sprong helemaal uit het water om na een halve slag draaiend met de klok mee met een grote plons in het water te verdwijnen. Volgens de kapitein was het zijn manier van communiceren met zijn soortgenoten. Af en toe was een klein fonteintje te zien, zodat ik met mijn camera de walvis redelijk kon volgen, om hem/haar te filmen. In de reisgids stond dat men vanuit Samana, een stad in het noorden van de Dominicaanse republiek, dus aan de kant van de oceaan als toeristische attractie een boottochtje kan maken om daar walvissen te zien, die zich van 15januari tot 15maart in die buurt ophouden. Dus moest deze jonge lobbes wel om zijn mama hebben opgeroepen, want hij/zij lag mijlenver uit de route. Tijdens een radio-uitzending voor mijn vertrek werd gezegd, dat er bij de walvissen een matriarchaat heerst en dat de leidster tot op zeer hoge leeftijd haar kudde aanvoert. Hoe het met de machtsoverdracht gaat werd niet verraden, maar ik denk niet dat het tot een gevecht tussen deze mastodonten zal komen.

Tijdens de zwempartij waar de kapitein reeds over heeft geschreven zag ik ook onze topkokkin zwemmen, terwijl ons toekomstig maal stond te pruttelen. Voorzichtig heb ik het maar gewaagd om even te roeren om te voelen of een gedeelte van het eten aan de bodem van de pan vastzat. Verschrikt zag ik zwarte deeltjes bovendrijven, wat acuut handelen vereiste. Gelukkig bleken het na het overgieten in een andere pan ongemalen peperkorrels te zijn. Aan de hoeveelheid vlees in de marcaroni was duidelijk te merken, dat de kokkin een vegetarier was, wat overigens aan de smaak van haar maaltijden geen afbreuk deed. Want als deze kokkin altijd zou koken, dan zou hier iedereen een buikje krijgen. De andere kokkin krijgt regelmatig assistentie van meer culinair georienteerde boordgasten en haar maaltijden zijn eenvoudig maar voedzaam. Zij doet ook maar haar best en beide kokkinnen zijn schatten. Het voedsel is zeer gevarieerd met combinaties, die ik niet ken. Ze houden hier veel van uien en knoflook en hebben hiervoor met gulle hand een voorraad aangelegd. Meer wil ik hierover niet kwijt. Wel heb ik bewondering voor deze koks, die onversaagd tijdens zwaar weer met pannen van wel 12liter inhoud van de ene zijde naar de andere zijde van het kombuis dansen op een schommelend schip met gevaar voor eigen leven. Daarom past hier enige terughoudendheid over enkele culinaire prestaties ook bij rustiger vaarweer. Ik fantaseerde dat wanneer zij ongewild een van de deuren open zou maken, zij met ons kostbare eten in zee zouden belanden na een noodgedwongen salto over een van onze reddingsvlotten. Een salto is nodig om tijdens zo'n val het gloeiend hete eten nog in de pan te houden, ook al heb je de pan ondersteboven. Overigens wel fijn dat zij er zijn.

Na de eilanden waren er geen telefoontjes meer van een bezorgde verloofde van een van de dames en ook de andere moblieltjes zwegen. De rust was weer teruggekeerd. Ik kan het niet laten om toch weer over vissen te hebben. Vette dikbuikige vissen (bonito's) van wel een halve meter lengte sprongen regelmatig uit het water. Het was een gezicht om ervan te watertanden. Ze sprongen wel een halve meter ver, wat een grote prestatie voor zo'n dikzak moet zijn geweest. Ik weet niet of het door het kunstaas kwam, dat zo groot was als een halve haring, maar in ieder geval hadden deze dikkertjes hun buikje al vol. Verder commentaar geef ik niet, omdat onze visserspecialist na het betreurenswaardig voorval met de aalvis een dag lang niet met mij heeft willen praten.

Voor de technici onder de lezers: de bestelde onderdelen van het duwschip liggen vermoedelijk in Santo Domingo op ons te wachten. We hopen allen op een wonder. Evenals met de visser wil ik geen ruzie maken met de techneut onder ons, omdat ik al kennelijk te veel van mijn gedachten heb prijsgegeven.

Dagenlang zag ik enkele dames werken aan een grote lap stof, die uiteindelijk een aanvullend zeil bleek te worden. Deze vergroot het zeiloppervlak van het rechthoekig dwars op het schip staande zeilen, die tot ver over de breedte van het schip heen reiken. De ruimte tussen de reling en het onderste zeil van de voorste mast werd dus als extra voortstuwing en als een nog beter door de golven drijvende kracht benut, zo werd mij uitgelegd. Als beginnend aspirant oceaanzeiler past het niet hier enig commentaar op te leveren om de goede verstandhouding met de professionals niet te beschadigen.

Vanmorgen, 20-03-2010, Dag 45 kreeg ik de schrik van mijn leven, toen een tanker ons van schuin linksvoor naderend kruiste, maar volgens mij zijn vaart inhield om ons schip te bewonderen. Mijn inschatting achter het roer was, dat wanneer ik mij aan de aangehouden koers zou houden, onze boegspriet in de buik van de tanker zou prikken. Snel vaart verminderen met 12 zeilen voor je is er niet bij in mijn ogen en alleen uitwijken zou mogelijk zijn. Met de beelden van een op haar zij liggend schip met in zee spartelende ex-opvarenden voor ogen, heb ik maar de kapitein geroepen om mijn probleem voor te leggen. Ik heb als brugman moeten praten om zijn indruk van paniek in mijn ogen weg te nemen. Dankzij hem liep het allemaal goed af.

Toen ik dit gisteren, 20-03-2010, schreef waren wij 90mijl van Santo Dominigo verwijderd. We waren toen 450-500mijl van de haven Port au Prince van Haiti verwijderd. Gelukkig is de wind tegen alle weersverwachtingen in veel krachtiger geworden - windkracht 5 tot 6, waardoor we af en toe 9knopen snel varen met een windje in de rug. Als de hulpgoederen zijn afgeleverd is het plan dat we naar Santo Dominigo varen, waar nieuwe vracht voor de terugkeer zal worden geregeld. Vanmiddag kregen we allemaal te horen tijdens een muster, dat de haven in Haiti zwaar bewaakt wordt, maar dat we ook bedacht moeten zijn op verdacht gedrag van vaartuigen in onze nabijheid. Ook vertelde de kapitein welke veiligheidsmaatregelen er zijn getroffen. Er werd ons op het hart gedrukt dat de lessen over brand aan boord en man over boord niet vergeten mogen worden, ook al liggen we in de haven.

Op dit ogenblik 21-03-2010, dag 46 zie ik op de GPS: 17gr,17min.069sec noorderbreedte en 71gr.59min781sec westerlengte. Temperatuur 33graden, maar het went al een beetje. Voor het geval dat mijn inspiratie door de hitte hier wat verdampt is zeg ik maar: in ieder geval tot de aankomst in Haiti.

Opstapper Rudy

 

 

4 Reacties

  1. Mariette:
    22 maart 2010
    Justus weet heel goed dat "opa Diessewiessie" op een boot vaart, inmiddels een snor heeft en dat hij onderweg is naar Haïti ("daar hebben ze heel weinig centjes en portemonneetjes").
  2. Mariette:
    24 maart 2010
  3. Frank:
    24 maart 2010
    hallo Ruud,jammer dat we nog geen foto's zien, ben benieuwd naar de snor en de piraten-look.Grappig hier wat over Justus te lezen.Goede vaart Frank
  4. Mariette:
    25 maart 2010
    Bericht van stuurman Andreas, vanmiddag 4 uur:
    DATE:25 03 2010 GMT:1209 POS: Port au Prince harbour entrance COG: tacking against E 4-5 SOG: 7-8kn

    Wij zijn er bijna, Kruisen de hele baai af midden in de nacht met allemaal visserbootjes om ons heen. Er zijn ook een paar van hun aan het naar huis kruisen, maar dat halen ze vandaag niet...

    Geven zo snel mogelijk bericht van de situatie, tot later,

    Andreas